Regelaars

Als je er maar lang genoeg naar blijft kijken snap je de samenhang. Alles is van te voren, in eigen voordeel, geregeld door de grote regelaars. Ik keek voor de zekerheid in mijn woordenboek. Een regelaar is iemand die iets regelt. Punt, volgens mijn ”Standaard Woordenboek”. Regelaars maken regelgeving in hun kostbare tijd. Ze doen dat zelfs heel goed, want regelmatig kennen ze zich onder elkaar gulle bonussen toe. Ons kent onze regels toch zeker, nietwaar? Welwaar, want als we onze zin niet krijgen gaan we naar het buitenland en regelen het van daar uit ... maar van een graaicultuur is natuurlijk geen enkele sprake. Dat is zelfs zo'n vies woord dat het niet in de de ”Standaard” vookomt. Nee, graaien doet alleen een bijstandsmoedertje die haar koters met Sinterklaas een avondje de armoede wil laten vergeten en daarom zwart ergens een witwasje doet.
Dat de internationale, miljoenen snaaiende regelaars intussen zowat de hele wereldeconomie in de vernieling gesleept hebben mag slechts als incident beschouwd worden. De nationale belasingbetaler bloedt immers netjes voor de verdampte Spielereien van grootmongolen.
Zeer excellente regelaars hadden onlangs geregeld dat de pil uit het ziekenfonds kon. Kwestie immers van een liberale eigen vrije keuze en verantwoording. Dat doet het goed in je cv, als je onverhoopt over enige tijd wegens onbegrip, niet opnieuw gekozen wordt. Intussen zijn dertig duizen vrouwen in dit land met de pil gestopt. Hoe doen die het dan nu, wil je weten?
Gewoon als vroeger, voor het zingen halsoverkop de kerk uit! In tijd van nood leert iedereen bidden, zei mijn gelovige vader vroeger tot zijn ongelovige zoon. Mijn ouwe heer had het helemaal mis. Zelfs onze voorbidders bidden zelf niet meer, zijn regelaar geworden en hebben iets anders in handen genomen dan een slappe wijwaterkwast. En dat heeft natuurlijk ontregelende gevolgen, op het eerste gezicht.
Parochies moeten, wegens gebrek aan bemanning en pecunia gaan samenwerken. Het begrip - bevrouwing - komt immers in het ”Oude Testament” niet voor. Daar moet je je niet te zeer over verwonderen, want er waren toen nog geen notarissen.
En er gaan dus nu ook uiteindelijk een stelletje kerken plat. Eigenlijk is dat de wet op het behoud van ellende, hoor ik je al hardop denken. Nietwaar! Want wat welwaar is, dat als er maar genoeg kerken afgebroken worden er uiteindelijk niemand voor het zingen meer uit kan. Vat jum? Juist, dan krijg je meer moetjes die uiteindelijk ook iets moeten worden. Pastoor bijvoorbeeld ... want het meeste werk is dan naar de lage lonen landen uitbesteed. De voorzienigheid was en is een ... kiene regelaar.




(C)

FvdB

okt. 2004


mailbus van Frants

terug naar klets