Es-see-haah

Ik heb een historische hekel aan woorden die met sch ... beginnen. Waarschijnlijk een jeugdtrauma, mijn vader vertelde me dat in zijn mobilsatietijd, de wachtwoorden altijd begonnen met sch ... Mensen die problemen met de sch ... hadden, waren in principe niet te vertrouwen. Ik ken foute voorbeelden uit de oude praktijk die dat bevestigen.
De school bijvoorbeeld, vond ik maar niks. Ze scholden me uit voor schele. Soms vond men mij een arm schaap, soms een stom schepsel, afzeiken was schering, de scheurkalender stond vol leugens. Onvoldoendes kreeg ik scheutig, de tekenmeester was een schetsfiguur die schilderachtige scheten liet zonder ooit een schietbaan gezien te hebben. Dat was vroeger!
Nu is het nog ”Scheisze” met mijn beleving van de sch. Schietpartijen zijn aan de lopende band, mensen dienen (in onze geschonden rechtstaat) als schietschijf. Iedere straat kan als schiettent fungeren. Iedere dag komen er meer schijnheiligen bij. Schijnhuwelijken en schijnprocessen zitten inmiddels rotsvast in onze cultuur. Ik ken gelukkig ook nog een uitzondering. ”Schimmelkaas!”
Schoenmakers blijven niet meer bij hun leest maar maken, tegen betaling, sleutels na. Schotjesgeest is een nationale epidemie geworden. Op iedere flat staat een woud schotels. De wijsheid komt tegenwoordig uit het zuiden. ”Schusz” is een geverfd pilsje.
En het toppunt van alle onplatheid wordt binnenkort ook geplat. Dolly Parton deelde mee: ”De bandjes van mij bh snijden in mijn schouders. Mijn voorgevel was altijd mijn handelsmerk, maar ik heb er een flinke prijs voor moeten betalen! Ik trek het niet langer, My boobs are killing me.”
Een schijnaanval van een schijnschone die weet dat ze in de schijnwerpers steeds meer op een schilderij van een oude meester lijkt?




(C)

FvdB

okt. 2006


mailbus van Frants

terug naar klets