Stamboom
Een mij onbekende, verre achterneef, heeft een stamboom van zijn eveneens onbekende voor- en achterneven gemaakt. Plots is mijn overleden familie weer springlevend op CD-Rom. Met de mediaplayer is het scheppingsverhaal van mijn familie nu nauwkeurig te reconstrueren.
Het schokkendste feit is al meteen dat onze familienaam ... niet onze familienaam is. Een eigenwijze pastoor heeft ergens in de zeventiende eeuw alle nazaten van onze oeropa als anders genoteerd. Ik denk dat dit voorval verjaard is, nu geschiedenis vervalsen tegenwoordig een algemeen geaccepteerd gegeven is.
Een andere interessante vraag is of ik, als ik mijn echte familienaam terug wil hebben, toch nog een verzoekschrift aan de koningin moet sturen. Beide familienamen naar believen te kunnen gebruiken, zou zelfs buitengewoon aantrekkelijk zijn.
Ik heb altijd gedacht dat onze familie een nette familie was. De enigste smet die ik wist en waarop we bijzonder trots waren, was het feit dat opa tijdens de eerste wereldoorlog een smokkelaar was. Als hij zijn kleinkinderen weer eens verteld had over zijn schermutselingen met de toenmalige marechaussee of kommiezen lagen wij, zijn brave nazaten, daarna nachten wakker en speelden smokkelaar en kommies onder het bed. Mijn zusje was altijd kommies en moest op de gang de wacht houden terwijl ik de suikerpot contrabandeerde. Het vuile werk is altijd al voor de mannen geweest.
Tegenwoordig schijnen er mannen te zijn die de afwas doen en luiers verschonen, heeft mijn op revanche belustte zus me onlangs verteld. Als nuchter man trap ik niet in ieder wissewasje.
Maar nu weet ik ook dat wij zelfs pastoors en burgemeesters aan de gemeenschap geleverd hebben. Een pastoor is helaas met de vrouw van een burgemeester ... . Je moet natuurlijk niet roddelen over je familie, dat is nestvervuiling zeggen ze. Maar zeerovers van vroeger zijn nu geroemde nationale helden van grote naam en standbeeld. Niets is zo rekbaar als deugdelijkheid. Eigenlijk bestaan ondeugden helemaal niet, want het woord ondeugdenaren staat niet in het woordenboek.
Verschillende verre voorneven hadden al een voortgeschreden financieel inzicht, ondanks het feit dat er toen nog geen funktie van bankdirecteur bestond. Eentje was collecteur ten tijde van Napoleon. Dat moet je je als volgt voorstellen. Hij moest de belasting van de gemeenschap aan de Franse staat afdragen. Dat was een vast bedrag waarvoor hij inschreef. De hoogste inschrijver werd collecteur en kreeg het recht belasting te heffen. Wat hij overhield was voor hem. Onze familienaam is niet die van een vis, maar ik schaam me met terugwerkende tijd. Foei, foute opa.
Een ander was numismatieker. Dat noemen ze tegenwoordig een muntenverzamelaar. In die tijd was het een ... bedelaar! Godju.
(C) |
|
sept. 2005 |
|