Kabouter 2.
Ik vond dat ik behoorlijk mijn best had gedaan door de commotie rondom de verminking van Piggelmee redelijk binnen de perken te houden. Lulu was inmiddels al begonnen hem provisorisch te restaureren en morgen zou de finishing touch met gips en plakkaatverf kunnen gebeuren. Verder had ik in pater Karel een waardige interim gevonden.
Dus na gedane inspanning is het goed uitspannen en reden te meer om een extra pintje te pakken in de afloop van de avond. Nou ja, misschien zijn het er een paar meer geworden. Ik ben ook maar een mens als ik tevreden ben. Ik dommelde wat in mijn luie stoel, op het terras, en genoot van mijn laatste Alfaatje (regionale pils). Het filosofeert dan zo lekker (moet je ook eens proberen), het pilsje waaraan je bezig bent is op dat moment het laatste ook al drink je er bij wijze van spreken nog tien. Ik blijf dan tot mijn eigen geruststelling bezig met het drinken van de laatste. En zo is eigenlijk alles in het leven. Deze minuut is op dit ogenblik ook de laatste, zo is het met je vriend(in), je auto enz, enz. Ik stelde ook de vraag hoe het nou met kabouter Piggelmee zat. Was dit ook de laatste of zou er nog eentje nakomen?
Hij kwam op zijn tenen uit de garage, hield zijn vinger op zijn lippen ten teken dat ik stil moest zijn en kwam naar me toe. Tegelijk hield hij Lucky, die vreselijk in zijn mand lag te stinken, scherp in de gaten. Schijnbaar was hij niet helemaal gerust op onze aromatische huisvriend. Hoewel het hart in mijn keel oversloeg stelde ik hem gerust: ”Luck slaapt voorlopig de slaap der bewustelozen, die wordt alsnog niet wakker”. Behoedzaam kwam hij stapje voor stapje dichterbij en kreeg ik de gelegenheid om hem in het flakkerende kaarslicht te bekijken.
Hij zag er gehavend uit. Om zijn hals en nek droeg hij een steun, waarschijnlijk had hij een whiplash.. Op een van zijn ogen zat een zwart lapje. Ofschoon ik nog nooit van een piratenkabouter gehoord had deed dit me sterk aan eentje denken. Ik knipperde een paar keer met mijn ogen om mijn zichtzenuw te resetten, maar het beeld bleef. Dit was geen fatal error op cluster zo en zoveel! Dit was real modus. ”Ik wil ook wel iets drinken!” kondigde hij schuchter aan en plantte zijn achterste op de rand van mijn lectuurbak. Ik kreeg plotseling de indruk dat hij vaker hier was geweest, het zal toch niet waar zijn dat hij stiekem in mijn lectuur (o.a. de Playboy) snuffelt?
”Wat mag het zijn?” kon ik ternauwernood uitbrengen. Waar was Lulu nou? Ik moest een getuige hebben, dit was te gek voor woorden om alleen te verwerken.
”Ik lust ook wel Alfa” zei hij en smakte met zijn tong. ”Echter graag met een rietje, dat is wel zo makkelijk. We moeten eens met elkaar praten”, vervolgde hij toen ik het verlangde gehaald had. Ik was te verbouwereerd om iets te antwoorden en kon alleen maar dom knikken.
”Ik had graag gezien” zei hij dat mijn aanstaande facelift met acrylverf wordt uitgevoerd. Die is in bepaalde mate watervast en dat is hygiënischer, in verband met het beplassen door die hond van jou. Hij doet het altijd stiekem achter jullie rug.
Hij roddelde achterbaks over mijn slapende compagnon en dat had ik niet van hem verwacht. Ik had kabouters moreel verhevener ingeschat
”Ik kan je misschien beter wat hoger zetten?” stelde ik voor. Neen dat wilde hij niet. Hij was allergisch voor tocht en zijn lantaarntje waaide dan ook steeds uit. Een zeurpiet, stelde ik vast. Ik overwoog Lucky te wekken, indien hij bleef jennen.
”En dan verder”, vervolgde hij nu fel: ”Wens ik dat die infiltrant, die undercover dwerg die je op mijn plek geplaatst hebt opdondert. Dat is geen kabouter dat is een pilaarheilige en die hoort niet in de tuin. Een tuin is het domein van kabouters.” En van Luck, dacht ik stilletjes.
Ik schrok van zijn felheid en verzekerde hem pater Karel op staande voet uit het struikgewas te halen. Kon hij intussen op zijn gemak aan het pilsje zuigen.
Zo gezegd zo gedaan. Met een overslaand hart van de zenuwen greep ik pater Karel bij zijn colletje en legde hem zo lang te rusten in een blikken koekjesdoos met deksel. Je weet maar nooit, dadelijk staat die ook nog op de stoep met een hoop grieven.
Ik was nu wat kalmer en ging terug naar het terras. Piggelmee was gevlogen, het pilsje had hij schijnbaar meegenomen. Ik keek voor de veiligheid in mijn lectuurbak, misschien was hij met een dronken kop er in gelazerd en kon er niet meer uit. Als Luck hem dan ontdekte was er alsnog een aardbeving. Noppes, geen Piggelmee maar de hele inhoud van de bak lag door elkaar gegooid. Mijn Playboy was verdwenen. Zou die schooier dan toch stiekem ... ?
”Hei, wakker worden zuipschuit” hoorde ik Lulu van heel veraf roepen. Ik probeerde zo goed en zo snel als mogelijk de chaos in mijn kop te ordenen en loenste als door een magneet aangetrokken in de lectuurbak. Godsamme de Playboy, die bovenop diende te liggen was inderdaad verdwenen.
”Je kijkt of je een geest gezien hebt”, zei Lulu lachend. ”Ik zou maar niet meer zoveel drinken.”
Wijselijk heb ik mijn mond gehouden, als ik de waarheid verteld had zou ik waarschijnlijk nu bij een psychiater in therapie lopen en Spa Rood drinken.
Gezondheid op Piggelmee en proost op Alfa!!
(C) |
 |
okt. 2000 |
|