Kabouter 1.
Lulu was een middagje met dochterlief de hort op. Schoenen kopen in Maastricht! Dat valt tegenwoordig buiten mijn span of control. Een paar jaar geleden heb ik de laatste keer aan zo'n expeditie deelgenomen. Na een halve dag schoenenpassen, dat tot mijn grote verwondering een bloedserieuze aangelegenheid bleek te zijn, besloot Lulu uiteindelijk na veel getwijfel en getob een uniek paar aan te schaffen. Een dag later kwam onze relatie in een diep dal toen ik in de enige schoenenwinkel die ons dorp rijk is, hetzelfde paar ontdekte. Nota bene in de opruiming en 50 piek goedkoper.
Lulu was bitter teleurgesteld in mij. Ze beschouwde het als een soort laf verraad, vermoed ik. Ik begreep toen en begrijp nu nog steeds weinig van vrouwelijke koopmanseigenschappen. Nu echter geen oude schoenen uit de doos halen, wij (haar jongens) hadden het rijk alleen en dat kon uitgebuit worden. Ik vatte een flesjes pils en stelde Lucky (mijn boxer) voor een potje te gaan voetballen in de tuin.
Luck is een robuuste vliegende keep, praktisch ingesteld en neemt het dus niet zo nauw met de regels. Als je niet razend snel trapt is hij er al met de bal of je schoen vandoor. Leer is immers leer. Geduldig legde ik hem de bedoeling van die middag uit.
”Je weet jongen dat het Nederlands elftal in juni tijdens het EK finaal door het ijs gezakt is door het geklooi met penalties trappen. Wij gaan vanmiddag onderzoek doen naar de diepere oorzaken van dit falen en zodra we het lek boven water hebben sturen we een e-mailtje met de oplossing naar Louis van Gaal. Jij hebt als pré; dat je de kleur en het postuur hebt van Seedorf, de bron van alle ellende.” Luck begreep me volkomen en blafte uitgelaten.
Twee emmers bij het tuinhuisje fungeerden prima als doelpalen. Ik commandeerde Luck streng af, want ik verdiende toch wel een of twee seconden tijd om te kunnen schieten. Luck loensde naar de bal, ik zag dat die patser de hoek probeerde te voorspellen waarin ik de bal zou lepelen. Ik zou hem wel eens effe op het verkeerde been zetten en maakte een schijnbeweging. Luck keek naar de bewuste hoek. Ik schoot keihard in de andere hoek. Luck was gelanceerd en dook naar de bal. Zoals altijd was hij weer veel te onbesuisd en vloog met de bal en de doelpaal in de oleanders. Er kraakte daar heel wat.
Kabouter Piggelmee, de pispaal van Lucky - echter ook de praatpaal van Lulu - was onthoofd en miste bovendien een stuk uit zijn rug. Luck misbruikte ook nog snel de gelegenheid door in een moeite het nest van een broedende merel, in de wingerd, te kraken. Luid schetterend probeerde die, met behulp van haar toevallig op stok zittende lat relatie, haar kroost in veiligheid te brengen en nam een dreigende houding tegen mij aan toen ik een helpende hand wilde toesteken.
Ik keek Luck aan. ”Je moet maar effe Apeldoorn bellen”, las ik op zijn smoel.
Inderdaad we hadden een probleem. De kabouterdokter is al lang geleden met onbekende bestemming vertrokken en bovendien Piggelmee was niet in een, twee, drie met snelkit te repareren.
Ik besloot hem voorlopig te verdonkermanen en zijn plaats te laten innemen door een andere kabouter die op zolder stond, naar wat ik altijd heb aangenomen in de reserve. Lulu heeft hem ooit van iemand cadeau gekregen en ik heb eerlijk gezegd nooit gesnapt waarom hij niet in de tuin mocht. Ik vond het best een geinig kereltje in die grote bruine slobberpij. Wat mij betreft kon hij een waardige vervanger zijn van Piggelmee.
Zo gedacht, zo gedaan. De rest van de middag werd doorgebracht met het poetsen van Lulu's fiets en het luisteren naar Bach. Een beetje goodwill kweken kan nooit kwaad.
Enfin, het onvermijdelijke gebeurde, maar dat kwam niet door mij. Ik had de koffie klaar toen Lulu thuiskwam en uitvoerig haar keuze bewonderd en geprezen. Neen het malheur werd - in de tijd dat ik effe plassen was - pijnlijk bloot gelegd door dochterlief, die eventjes met Luck in de tuin moest gaan stoeien.
Omdat de bal er nog lag voelde zij zich geroepen er een flinke lel tegen te geven en vervolgens liet Luck zich niet onbetuigd en etaleerde haar uitvoerig zijn snoekduik.
Gealarmeerd door het gerammel en gekraak toog Lulu op onderzoek uit en constateerde dat ene zekere ”Pater Karel” onthoofd was.
Ik vermoed dat het voorlopig hommeles blijft met het Nederlands elftal.
(C) |
|
okt. 2000 |
|